De Autoriteit Persoonsgegevens kan zich niet vinden in de formulering van het Wetsvoorstel ‘gemeentelijk toezicht seksbedrijven’. De toezichthouder is bang dat het wetsvoorstel precies het tegenovergestelde bereikt. Ook is ze bang dat het voorstel kan leiden tot verschillen tussen gemeenten.
Dat schrijft de privacywaakhond in een persverklaring.
Wetsvoorstel vergroot misstanden bij sekswerkers
Doel van de Wet gemeentelijk toezicht seksbedrijven is om gemeenten beter zicht te geven op de seksbranche en mensenhandel tegen te gaan. Dat wil het kabinet bereiken door gemeenten juridische middelen te geven om seks- en escortbedrijven te verplichten hun Sekswerkers te laten registreren.
De Autoriteit Persoonsgegevens is echter bang dat in praktijk het tegenovergestelde dreigt te gebeuren. Door registratie van sekswerkers te verplichten, vluchten zij, uit angst om hun privacy te verliezen, naar de ongereguleerde branche, buiten het zich van officiële instanties. Daar is geen toezicht is op gedwongen prostitutie en mensenhandel. Zodoende is het risico dat zij het slachtoffer worden van uitbuiting en andere misstanden juist groter.
‘Wetsvoorstel dreigt zijn doel voorbij te schieten’
“Het kan toch niet zijn dat sekswerkers straks misschien slechter af zijn, nota bene door beleid van de overheid? Als sekswerkers zich door de registratie van hun gegevens genoodzaakt voelen om de ongereguleerde branche in te gaan, kunnen zij in onveilige situaties terechtkomen. Zelfs tot mensenhandel aan toe. Het wetsvoorstel dreigt dus zijn doel voorbij te schieten”, zo zegt Monique Verdier, vicevoorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Daarnaast is Verdier bang dat er door het wetsvoorstel verschillen tussen gemeenten kunnen ontstaan. Volgens het wetsvoorstel moet iedere gemeente straks voor zich beoordelen of de inbreuk op de privacy door registratie noodzakelijk is of niet. “In de praktijk kan er verwarring ontstaan, waarbij de ene gemeente wel denkt sekswerkers te mogen registreren en de andere niet. Het kabinet moet gemeenten meer helderheid bieden”, aldus de vicevoorzitter.
De toezichthouder adviseert om het wetsvoorstel beter te onderbouwen. “Het kabinet moet beter duidelijk maken hoe dit wetsvoorstel sekswerkers gaat helpen. En wat het kabinet gaat doen om averechtse effecten te voorkomen. Of in elk geval te beperken.”
AP wees eerder op gevaren vergunningplicht
Het is niet de eerste keer dat de Autoriteit Persoonsgegevens bezwaar maakt tegen een wetsvoorstel die gericht was op sekswerkers. In 2020 deed de toezichthouder dat over de Wet regulering sekswerk. Daarin was een vergunningplicht opgenomen voor sekswerkers. De toezichthouder merkte toen op dat deze vergunningplicht er mogelijk voor zou zorgen dat sekswerkers in de illegaliteit zouden belanden. Het nieuwe wetsvoorstel neemt dit bezwaar niet weg.
“Beide wetsvoorstellen maken onvoldoende duidelijk hoe mogelijke negatieve effecten voor sekswerkers worden voorkomen. De wetgever moet daarom opnieuw naar de voorstellen kijken. Uiteindelijk draait het om een veilige werkomgeving voor sekswerkers”, licht Verdier toe.
