Get Even More Visitors To Your Blog, Upgrade To A Business Listing >>

Zwemdiploma A: Wat moet je kind allemaal leren?

Tegenwoordig zijn de eisen voor het behalen van het zwemdiploma A uitgebreider dan vroeger. Maar waarom is dat zo? Wat leert je kind nu eigenlijk tijdens de zwemlessen voor zijn A-diploma? Deze vragen zijn belangrijk voor veel ouders en verdienen een duidelijke uitleg.

Het zwemdiploma A

Het is goed om te weten dat er geen wettelijke eisen zijn voor wat een kind moet kunnen om een zwemdiploma te behalen. Echter, de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) heeft richtlijnen opgesteld, en volgens de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) volgt 75 procent van de zwemlesaanbieders deze. Je kind krijgt dan zwemles volgens de ABC-methode. Sinds 2018 is er ook een Nationale Norm Zwemveiligheid ingesteld. Kinderen die de zwemdiploma’s A, B én C behalen, voldoen aan deze norm.

Sommige zwembaden en zwemscholen bieden eigen zwemlessen en diploma’s aan. De KNZB adviseert ouders om kritisch te zijn op de kwaliteit van deze zwemlessen. Vraag na of zweminstructeurs een erkende beroepsopleiding hebben afgerond en informeer naar de eisen voor de zwemdiploma’s. Voor extra zekerheid kun je navragen of de zwemschool een gedragscode van de zwembranche naleeft, of de zwemonderwijzers een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben en of er regelmatig bijscholing wordt aangeboden aan de zwemleraren.

Zelfredzaamheid is belangrijk

De lesprogramma’s voor zwemdiploma’s zijn tegenwoordig meer gericht op zelfredzaamheid in het water, in plaats van enkel op het ‘mooi’ zwemmen. Dit is deels omdat veel zwembaden complexere attracties hebben, zoals golfslagbaden, stroomversnellingen, uitdagende glijbanen en wildwaterbanen, die extra risico’s kunnen vormen voor kinderen.

Hoe kan een kind zich redden in onverwachte situaties die hieruit voortkomen? Bijvoorbeeld, de traditionele ‘startduik’ is verwijderd uit het programma en vervangen door ‘achterwaarts in het water vallen’, een scenario dat realistischer is en kan voorkomen in daadwerkelijke situaties. Dit soort aanpassingen in het lesprogramma versterkt de praktische vaardigheden van kinderen om zich veilig in waterrijke omgevingen te bewegen.

Wanneer beginnen met zwemles?

Elk kind is anders, en als ouder kun je het beste beoordelen wanneer jouw kind klaar is voor zwemles. Vaak beginnen tweede en derde kinderen eerder met zwemlessen omdat ze gewend zijn hun oudere broers of zussen naar het zwembad te vergezellen. Zien zwemmen, doet zwemmen, zoals het spreekwoord zegt.

Het advies luidt: begin niet te vroeg met zwemles. De ideale startleeftijd is vanaf 5 jaar. Op die leeftijd heeft je kind meestal al een jaar basisschoolervaring, is hij gewend instructies van een leerkracht te volgen en kan hij zich beter concentreren. Bovendien zijn de motoriek en spierkracht rond die leeftijd meestal voldoende ontwikkeld om de oefeningen in het water goed uit te voeren. Vanaf 5 jaar leert een kind over het algemeen sneller zwemmen en behaalt hij gemiddeld binnen één schooljaar zijn zwemdiploma A.

De tijd die nodig is om het A-diploma te behalen, hangt af van meerdere factoren, zoals het concentratievermogen, de motivatie, motorische vaardigheden, het beginniveau (of je kind al watervrij is), de frequentie en duur van de zwemlessen, het aantal kinderen in de lesgroep en jouw betrokkenheid als ouder, bijvoorbeeld door samen te oefenen in het zwembad naast de reguliere zwemlessen.

Voorbereiding op zwemlessen

Goed leren zwemmen vereist veel oefening en vertrouwen in het water. Het is daarom aan te raden jonge kinderen (0 tot 4 jaar) op een speelse manier aan water te laten wennen. Overweeg activiteiten zoals babyzwemmen of survivalzwemmen voor baby’s en peuters. Door deze vroege ervaringen is de stap naar officiële zwemlessen minder groot en voelt het natuurlijker aan voor het kind.

Hoe omgaan met watervrees?

Als je kind jonger dan 5 is en nog wat angstig in het water, kan het zowel tijd als geld besparen om hem vertrouwd te maken met water voordat hij op zwemles gaat. Hier zijn enkele oefeningen die je samen met je kind kunt uitvoeren om hem watervrij te maken:

  1. Samen douchen: Laat je kind wennen aan het gevoel van water op zijn huid.
  2. Samen in het ondiepe water lopen: Help je kind om vertrouwd te raken met het bewegen in water.
  3. Samen het ondiepe water inspringen: Bouw zelfvertrouwen op door samen spelenderwijs in ondiep water te springen.
  4. Spetters maken met je benen (terwijl je op de kant zit): Laat je kind het effect van beweging in water ervaren.
  5. Met je gezicht in het water gaan: Moedig je kind aan om het gezicht nat te maken, wat helpt bij de aanpassing aan water.
  6. Bellen blazen in het water (met neus of mond): Leer je kind hoe hij zijn adem onder water kan regelen.
  7. Een licht voorwerp vooruit blazen op het water: Stimuleer speels de interactie met water.
  8. Een bakje of gietertje leeggooien over je hoofd: Help je kind comfortabel te worden met water over het hoofd.
  9. Samen plezier maken in het water: Versterk de positieve associatie met water door samen te genieten.
  10. Deze activiteiten versterken de band tussen jou en je kind en maken de overgang naar zwemlessen minder intimiderend.

Zwemdiploma A: Wat moet je kind allemaal kunnen?

In Nederland zijn er meerdere instanties die zwemdiploma’s uitgeven en de kwaliteit van de zwemlessen waarborgen, zoals de KNZB en de NRZ. Hierdoor kunnen de eisen voor het A-diploma per aanbieder enigszins verschillen.

Desondanks worden de volgende zwemslagen en basisvaardigheden standaard bij elk A-diploma aangeleerd, al kunnen de vereiste afstanden en enkele aanvullende vaardigheden variëren per zwembond:

Zwemslagen:

  • Schoolslag: Zwemmen op je buik, met het hoofd boven water.
  • Enkelvoudige rugslag: Zwemmen op je rug, waarbij alleen je benen bewegen.
  • Borstcrawl: Met de benen trappelen en de armen in een molenwiek-beweging, gezicht in het water.
  • Rugcrawl: Op je rug zwemmen, benen trappelen en armen molenwiek-beweging.

Vaardigheden:

  • Drijven
  • Watertrappen
  • Door een gat in een zeil zwemmen
  • Vanaf de kant in het water springen (liefst met een duik)
  • Diverse sprongen van de kant (zoals voetsprong en achterwaarts vallen)
  • Onder een lijn of mat door zwemmen
  • Op een hoge kant of mat klimmen
  • Gekleed zwemmen

Extra vaardigheden kunnen zijn:

  • Reddingszwemmen
  • Balvaardigheid
  • Koprol of draai om de lengteas
  • Voetwaarts richting de bodem zakken
  • Hurksprong
  • Kopsprong (duiken)

Deze zwemslagen en vaardigheden zorgen ervoor dat kinderen zich veilig en bekwaam in het water kunnen bewegen.

Proefzwemmen

Wanneer de zweminstructeur inschat dat je kind klaar is om af te zwemmen, volgt er vaak eerst een proefzwemsessie. Dit fungeert als een generale repetitie en wordt door bijna alle zwembaden, zwemverenigingen en zwemscholen georganiseerd. Tijdens deze sessie worden de leerlingen getest en krijgen ze inzicht in het proces van het diplomazwemmen, zoals de volgorde en de routing. Dit helpt de kinderen om beter voorbereid en zelfverzekerder te zijn.

Er heerst een misvatting dat leerlingen niet kunnen zakken tijdens het diplomazwemmen. Hoewel het uitgangspunt is dat de deelnemende kinderen er klaar voor zijn, is zakken theoretisch mogelijk.

Het is belangrijk te onthouden dat het doel van proefzwemmen de veiligheid van je kind is, en niet direct het behalen van het zwemdiploma. Het is beter om nog wat extra lessen te volgen en overtuigd af te zwemmen, dan net aan te slagen. Als het proefzwemmen goed verloopt, toont je kind dat hij alle onderdelen beheerst, waardoor de kans op zakken tijdens het diplomazwemmen zeer klein is.

Afzwemmen

Het diplomazwemmen wordt in vrijwel elk zwembad als een feestelijke gelegenheid beschouwd. Opa’s en oma’s, andere familieleden en vrienden zijn welkom om te komen kijken, aan te moedigen en te feliciteren. En dat is volkomen terecht. Na het behalen van het A-diploma mogen zowel ouder als kind trots en blij zijn: de eerste belangrijke stap naar zwemveiligheid is gezet. Het vervolgen met het behalen van diploma B en C wordt nu eenvoudiger, omdat de basis van alle zwemslagen al gelegd is!

Het belang zwemdiploma’s A, B en C

Volgens experts is alleen het A-diploma tegenwoordig niet voldoende om kinderen in moderne zwembaden volledig zwemveilig te maken. Het A-diploma moet worden gezien als de eerste stap richting het volledige ABC-diploma.

Met het A-diploma wordt de basis van alle zwemslagen gelegd, maar deze moeten nog verder ontwikkeld en geperfectioneerd worden. De B- en C-diploma’s richten zich op het leren zwemmen van langere afstanden, het technisch verbeteren van de slagen en het aanleren van nieuwe vaardigheden die de overlevingskansen en zwemveiligheid verhogen. Na het behalen van het Zwem-ABC kan je kind doorgaan met het behalen van zwemvaardigheidsdiploma’s, die nuttig zijn voor diverse watersporten zoals snorkelen, zeilen en surfen.

Ondanks het advies van de Nationale Raad Zwemveiligheid stoppen veel kinderen, of eigenlijk hun ouders, na het behalen van het A-diploma. Toch is het pas met het behalen van de diploma’s A, B én C dat een kind zich echt goed kan redden en veilig kan zwemmen.

Sommige zwemles-aanbieders kiezen ervoor om één enkel zwemdiploma aan te bieden dat qua eisen overeenkomt met diploma C, in plaats van de drie opbouwende stappen. Het voordeel hiervan is dat kinderen niet tussentijds kunnen afhaken. Een mogelijk nadeel is dat het lang kan duren voordat een kind een diploma behaalt dat gelijkstaat aan het C-niveau, wat demotiverend kan werken.

Vaardigheden per diploma

Zwemdiploma A

Dit diploma toont aan dat je de basisvaardigheden beheerst voor het zwemmen in een zwembad zonder attracties. Je leert hier de essentiële technieken die nodig zijn voor zwemveiligheid in een rustige wateromgeving.

Zwemdiploma B

Met dit diploma beheers je de vaardigheden voor een zwembad met attracties, zoals een (wildwater)glijbaan, een golfslagbassin en een stroomversnelling. Dit niveau zorgt ervoor dat je veilig kunt bewegen in zwembaden die meer uitdagingen bieden. Voor meer informatie over de vaardigheden die bij dit diploma horen, kun je verder lezen over diploma B.

Zwemdiploma C

Dit diploma bewijst dat je vaardigheden hebt voor zowel zwembaden met attracties als voor open water zonder sterke stroming of grote golfslag, zoals recreatieplassen en bredere sloten of vaarten (uitgezonderd de zee). Met dit diploma voldoe je aan de Nationale Norm Zwemveiligheid.

The post Zwemdiploma A: Wat moet je kind allemaal leren? first appeared on Alles over jouw kind.



This post first appeared on Allesoverjouwkind, please read the originial post: here

Share the post

Zwemdiploma A: Wat moet je kind allemaal leren?

×

Subscribe to Allesoverjouwkind

Get updates delivered right to your inbox!

Thank you for your subscription

×