De Tweede Kamer heeft dinsdag ingestemd met het strenger bestraffen van daders die zich schuldig maken aan het verspreiden van wraakporno. Wie naaktfoto’s of video’s van iemand deelt zonder dat hij of zij daar toestemming voor heeft gegeven, maakt zich schuldig aan een seksueel misdrijf. De Wet seksuele misdrijven treedt dan in werking, die slachtoffers een sterkere positie geeft om op te treden tegen de dader.

Het amendement van Hanneke Van Der Werf (D66), Michiel van Nispen (SP) en Mirjam Bikker (ChristenUnie) werd afgelopen dinsdag unaniem aangenomen door de Tweede Kamer.

Zedendelinquenten riskeren gevangenisstraf en geldboete

Misbruik van seksueel getint beeld- en videomateriaal is volgens artikel 139h van het Wetboek van Strafrecht strafbaar, omdat het een inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer. De opstellers van de wetswijziging vonden dat niet passend, omdat de gevolgen voor de slachtoffers immens zijn. De naaktbeelden kunnen hen jaren achtervolgen, met reputatieschade en psychische klachten tot gevolg. Daarnaast stellen zij zich bloot aan cyberpesten, cyberstalking en sextortion.

D66, SP en ChristenUnie zijn van mening dat het ongewenst delen van naaktbeelden met als doel om een ander in een kwaad daglicht te stellen -ook wel wraakporno genoemd- als seksueel misdrijf moet worden getypeerd. Dat doet niet alleen recht aan de verschrikkingen die slachtoffers moeten doorstaan: het versterkt tevens hun positie. Seksuele misdrijven worden namelijk behandeld door zedenrechercheurs. Daarnaast hebben slachtoffers van seksuele misdrijven recht op rechtsbijstand van een zedenadvocaat.

Iemand die zonder toestemming naaktbeelden verspreidt en weet dat dit nadelig voor die persoon kan uitpakken, riskeert een gevangenisstraf van maximaal twee jaar of een geldboete in de vierde categorie. De boetebedragen in deze categorie kunnen oplopen tot 22.500 euro. Wie naaktfoto’s en -video’s verspreidt en redelijkerwijs moet vermoeden dat deze op onrechtmatige manier zijn verkregen, kan een gevangenisstraf van één jaar of geldboete in de vierde categorie krijgen.

D66 wil omscholing voor agenten makkelijker maken

Voorafgaand aan de stemming zei Van der Werf dat ze hoopte dat de wetswijziging een afschrikwekkende werking zou hebben voor potentiële daders. “Ik hoop dat dit het misdrijf zwaarte geeft en dat het daders afschrikt, waardoor hopelijk minder slachtoffers zullen vallen”, aldus de D66’er.

De Tweede Kamer houdt er rekening mee dat er door de wetswijziging meer zedenslachtoffers zich bij de politie melden. Om hen te helpen wil Van der Werf het vak van zedenrechercheur aantrekkelijker maken. “Het moet makkelijker zijn om je bij te scholen of om te scholen. Ik denk ook dat de politie flexibeler zou kunnen worden in personeelsbeleid. Het is een hele ingewikkelde baan, maar we kunnen op dit moment niet genoeg zedenrechercheurs hebben”, zo zei ze in WNL.

Hoe nu verder?

De voltallige Tweede Kamer stemde in Met Het Amendement van D66, SP en ChristenUnie. Daarmee is de wetswijziging nog niet definitief. Het is nu aan de Eerste Kamer om over de wetswijziging te debatteren. Als een meerderheid van de Senaat instemt met het amendement, dan pas treedt deze in werking.