- Hak de knoflook en gember heel fijn.
- Doe het gehakt in en kom en meng het met peper, zout, ei, paneermeel, gember, knoflook en sambal.
- Maak platte “koekjes” of kleine balletjes van het gehakt.
- Verhit de olie in een koekenpan en bak de gehaktballetjes in ca 8 minuten mooi bruin en gaar. Draai de balletjes regelmatig om. Haal de balletjes uit de pan en zet ze even apart.
- Bak het sjalotje in het overgebleven vet in de koekenpan. Voeg de ketjap, gembersiroop en het water toe.
- Roer de maïzena aan met een klein beetje water en roer dit tot een papje. Breng de ketjapsaus aan de kook en roer het maïzenapapje erdoor. Laat de saus nog een paar minuten pruttelen op een lage warmtebron.
- Doe de gehaktballetjes terug in de pan en schep ze door de ketjapsaus.
- Garneer de balletjes met een fijngehakt lente-uitje.